Hallo ik ben Dowan Yoki From Dyonisus Home maar dat klinkt zo deftig dus noem mij maar gewoon Dowan. Ik ben op 11 oktober 2010 geboren in kennel from Dyonisus Home te Limbricht, als tweede zoon van mama Jip en een Zweedse adonis genaamd Nemo. Ze hebben me gevraagd of ik af en toe een verhaaltje voor jullie blad wil schrijven. Ik kan mij niet voorstellen dat jullie zitten te wachten op mijn puppengebreuzel maar vrouwtje vond toch dat ik het maar eens moest proberen, al is het maar omdat mijn broer een eigen website heeft waar ik bijna niet aan het woord mag komen. Kan ik lekker zeggen dat ik dan wel geen eigen website heb maar wel een eigen pagina in een echte hondenkrant.
Ik ga even terug naar die 11e oktober van het vorig jaar. Het was een roerige dag, mijn geboortedag. Mijn zusje Do maakte de weg voor ons vrij waarna mijn zusje Tika en mijn broertje Dutch de sprong naar het licht waagden. Toen was ik aan de beurt. Inmiddels bleek er niet één mensendame aan de uitgang van mijn mammie te zitten maar was er nog een dame aangeschoven om het wonder van een nieuw leven te aanschouwen. Op dat moment kreeg ik daar nog niet zoveel van mee, mijn oren en ogen zaten nog potdicht en ook mijn neus was nog niets in vergelijking met wat het nu is maar toch voelde ik iets heel speciaals toen ik mijn eerste schreeuw liet horen. Na mij werd mijn zusje Dena geboren (ze kan het nu nog steeds niet uitstaan dat ik sneller was dan zij, maar daarover later meer) en last but not least kwam mijn kleine broertje Djaro.
In de weken die volgden kreeg die ene mevrouw langzaamaan een gezicht, een stem en een geur...of kwam dat doordat mijn ogen, oren en neus begonnen te werken? Ze kwam wel zeker twee tot drie keer per week naar ons kijken en ik beschouwde haar toch een klein beetje als “van mij” en ik had de indruk dat zij hetzelfde voelde. Zodra ze door de deur naar binnen kwam deed ik altijd mijn stinkende best om met mijn zoetgevooisde stem haar aandacht te trekken..wat natuurlijk ook elke keer lukte. Mijn uitzonderlijke zangkwaliteiten hebben ertoe geleid dat ik uiteindelijk de naam Dowan heb gekregen (de zanger!).
Op vrijdag 3 december 2010 was er een hoop gedoe in mijn huis. Ik had heerlijk geslapen, mijn buikje lekker rond gegeten en nog even bij mijn mammie aan de bar gehangen. Toen, om tien uur, verscheen die mensen mevrouw met een mensenmeisje wier tenen ik al diverse malen had proberen te perforeren. Er werden allemaal dingen aan de grote tafel gedaan en toen werd ik uit de kist geplukt en moest ik mee naar buiten. Daar buiten liep een,voor mij,vreemde soortgenoot. Zijn geur kwam me wel bekend voor maar ik had me daar toch iets anders bij voorgesteld. Wat was hij groot...veel groter dan mijn mammie en tante Fleur. Het was echt een reuzenmeneer en een mopperkont (maar dat wist ik toen nog niet). In mijn jeugdige onbevangenheid wilde ik even netjes goedendag gaan zeggen (mijn ma heeft mij immers netjes opgevoed). In eerste instantie ging hij voor me op de vlucht (hij zal zelf wel zeggen van niet maar ik heb getuigen hoor!) maar toen bedacht hij zich en begon op me te grommen als ik te dicht bij hem in de buurt kwam. Zelfs ik schrok hier even van maar ik herstelde snel om het vervolgens nog maar eens opnieuw te proberen...en nog eens...en nog eens...en nog eens...haha en hij vond het echt niet leuk!
Na die eerste kennismaking werd ik in de auto gezet en begon de weg naar wat mijn nieuwe thuis zou gaan worden. Onderweg heb ik de hele tijd gezongen van “we zijn er bijna, we zijn er bijna...maar nog niet helemaaaaaaaaaaaaaal". De rest wist mijn zangkwaliteiten helaas niet te waarderen. Maar goed, na een klein half uurtje arriveerden we bij mijn nieuwe woonplek. Die lastige brompot bleef gelukkig ver uit mijn buurt dus ik kon even op mijn gemak de omgeving verkennen. Ik had nog geen vier stappen gezet of ik schrok van een hoop spektakel en gefladder. Achter een groot raam stond een vreemde bench met een raar beest erin. Hij schrok even hard van mij als ik van hem. Toen ik hem eens goed ging bekijken zag ik dat het geen soortgenoot van mij kon zijn, daarvoor miste hij een paar pootjes en waren zijn kleuren te vreemd. Toen ik heel dicht naderde, zag ik dat hij ook twee hele gevaarlijke tanden onder zijn ogen heeft hangen. Gelukkig ben ik een hele snelle kerel dus het heeft even geduurd totdat ik kennis maakte met die enge tanden maar ik had er wel meteen respect voor. Tjonge wat kan die gemeen bijten, daar zijn mijn zusjes niks tegen. Van tijd tot tijd zoek ik dat monster nog eens op, vooral op momenten dat die lastige ouwe kerel op me heeft gemopperd, ik moet mijn frustratie toch ook ergens kwijt!
Het was erg wennen die eerste dagen. Zo’n grote, enge,stoere kerel in de buurt die mij helemaal niet leuk leek te vinden...de enige kerel die ik tot nog toe gezien had, was mijn lieve opa Cas, die ook bij mijn mama in huis woont. Maar opa Cas is niet groot en stoer en al helemaal niet eng dus jullie kunnen je wel indenken dat ik het toch wel een klein beetje spannend vond. Die grompot word hier in huis schandalig verwend en ik mag helemaal niks. Hij heeft een heerlijke mand, lekker voor het raam zodat je goed naar buiten kunt kijken, hij heeft een troon waar ik absoluut niet op mocht en wat kreeg ik? Ik kreeg een gevangenis. Gelukkig lag er een bekend, heerlijk ruikend, kussen in met een aantal bekende speeltjes zodat ik toch nog een beetje het gevoel haddat mijn mammie en mijn broertjes en zusjes er nog waren. ’s Nachts, als het fijn stil was en iedereen me goed kon horen, ging ik dan mijn stembanden trainen. Ik zong dan van: “Och was ik maaaaaaar, bij moeders thuis gebleeeeeeeeeve of van O, kleine jodeljongen. Mijn vrouwtje vond het prachtig, ze kwamdan altijd gezellig beneden bij me liggen. Helaas voor haar, werd ik wel moe van dat zingen en na een heerlijke plas (in de vrieskou) deed ik dan even snel een dutje met de belofte dat, wanneer ik wakker werd, weer een liedje voor haar zou zingen. Helaas begon ik me na een aantal dagen te verslapen en heb ik vrouwtje geen serenades meer kunnen brengen...gelukkig vond ze het niet zo heel erg.
Mijn nieuwe grote broer Diego was, zoals ik al zei, de eerste twee weken helemaal niet blij met mijn aanwezigheid. Hij gromde en snauwde op me maar ik was wel al wat gewend van zijn achternichtje ofwel Tante Fleur, dus ik was niet echt onder de indruk van die ouwe zeur. Na een dag of tien begon hij wat bij te draaien, maar goed ook want ik zou hem toch blijven klieren net zolang totdat hij toe zou geven.
Inmiddels ben ik zo’n twee maanden bij mijn nieuwe baasjes. Die lastige ouwe grompot heb ik klein gekregen en we zijn al hele goede vriendjes. Als we gaan wandelen, let hij op mij als ik met vreemde mannen ga praten en we werken al goed samen als we leuke meiden tegenkomen. Maar het aller-fijnste is dat ik samen met hem op zijn troon mag liggen. Ieder een eigen hoekje en dan lekker tegen elkaar op stinken...daar zijn we goed in, zeker als pens op het menu stond. Vrouwtje waagt het soms om tussen ons in te gaan zitten maar het komt regelmatig voor dat ze er ineens vandoor gaat. Ik vind haar parfum ook niet lekker maar om dan maar ergens anders te gaan liggen...
In die twee maanden heb ik al een hoop geleerd. Ik weet nu dat het niet de bedoeling is om in huis te plassen en te poepen en ik weet ook dat ik niet overal aan mag knagen (maar dat wil ik stiekempjes nog wel eens even vergeten). Sinds een paar weekjes ga ik naar school. Samen met mijn zusjes Do en Dena...ja daar is ze weer, gaan we op zaterdagochtend de hondenschool onveilig maken. Mijn zusje Do is een echt stuudje die doet altijd heel erg goed haar best en let altijd heel braaf op. Mijn zusje Dena en ik hebben daar iets meer moeite mee. Wij hebben immers nog wat uit te vechten. Ze kan het gewoon niet verkroppen dat ik haar voor was toen we ons door die lange donkere gang heen moesten worstelen. Zodra we elkaar dan ook zien, hangen we in elkaars oren. Wonder boven wonder zijn nog alle neuzen en oren heel! Aangezien het wel de bedoeling is dat we iets opsteken van de lessen gaan onze vrouwtjes nu maar heel ver uit elkaar staan maar als we de kans krijgen graven we de strijdbijl snel weer op en mogen onze vrouwtjes de riemen uit elkaar gaan peuteren.
Maar nu genoeg verteld, het is bedtijd. Mijn broer en baas liggen al uren te snurken en ook mijn vrouwtje begint het zwaar te krijgen. Ik ga nog even snel een plas doen en een bakje yoghurt leeg lebberen en dan moet ik mijn gevangeniscel weer in. Het is allemaal niet eerlijk want Diego mag lekker op zijn troon blijven liggen. Ik moet toch eens aan hem vragen wat ik moet doen...of laten...om ook de nacht door te mogen brengen op de troon.
Trusten en tot een volgende keer,
Dowan☆